Denkkracht

Denkkracht -
Vierentwintig uur in Het Nationale Park De Hoge Veluwe geeft je alle tijd om na te denken. Ik zou het iedereen zo aanraden. Ook -of juíst- in de herfst. Baan je weg door de dicht begroeide naaldbossen naar de open stuifzandvlaktes en de wijdse heidevelden van dit uitgestrekte natuurgebied, en bewonder de ragfijne mistdraden die gracieus de groen bemoste takken en de talrijke sprookjesachtige paddestoelen en zwammen in het herfstige landschap omhullen. Bij het invallen van de schemering geven verschillende schuchtere, wilde diersoorten die in deze gebieden hun eigen samenlevingen vormen en heerschappijen voeren, iets van hun verborgen levenswijze prijs. Gewapend met een verrekijker wordt de toeschouwer als vanzelf deelnemer aan dit tafereel, de buitenstaander een ingewijde.
In de veilige beschutting van een tent op het eenzame Otterlose Zand, brengt een zacht knetterende houtkachel het binnenklimaat naar een behaaglijke temperatuur ter voorbereiding op de nacht, en kan er allengs een warm avondmaal worden bereid. Na het doven van de olielamp later op de avond, nemen de maan en de sterren de nachtwacht over. De stilte overheerst. Alle indrukken die de natuur en het klimaat in dit etmaal geven zijn echt, zijn hier, zijn nu.
Maar een verblijf van een dag en een nacht in het park biedt méér dan alleen de zintuiglijke indrukken van warmte en koude, of de emotionele indrukken van verbazing en bewondering. Het biedt de tijd om na te denken over de precieze waarde en waardering van al die indrukken. Om na te gaan welke blijvende afdruk de indruk achterlaat, als het ware. Een zoektocht naar die dieper gelegen laag, die authentieker is dan met termen als ‘mooi’, ‘uniek’, of ‘bijzonder’ in spraak uitgedrukt kan worden. Juist in dit kille herfstlandschap, nog maar de voorbode van de zelfs onvriendelijkere winter, geldt de waarde en waardering van een warme houtkachel, de waarde en waardering van voldoende houtvoorraad en de waarde en waardering van een droge, beschutte plek des te meer. Veel is plotseling niet langer vanzelfsprekend, als je van stromend water en elektriciteit verstoken bent. En dat verandert het perspectief.
‘De wilde natuur’ roept vanuit onze comfortabele, hedendaagse levenswijze vooral romantische beelden op. De natuur is in gelijke tred met onze welvaart tot menselijke gebruiksnatuur verworden: aanwezig om in onze behoeften te voorzien en in rol variërend van leverancier van grondstoffen tot bron van ontspanning en vermaak. Steeds meer zijn we dankzij onze technologische kennis in staat om natuurlijke producten en processen te imiteren, te verfijnen en te vervangen, en daarmee onze onafhankelijkheid van de natuur te benadrukken. Hoewel we ons langzaam maar zeker lijken te realiseren dat we de natuur -in ons eigen belang- op de lange termijn verstandig zouden moeten gebruiken in plaats van verbruiken, rijst tegelijkertijd ook de vraag of deze zuiver instrumentele benadering van de natuur de enige vorm van waardebepaling zou moeten zijn. Met andere woorden: als we alles wat de natuur ons brengt zouden kunnen vervangen met onze technologie, hebben we de natuur dan nog wel nodig ? En zouden we iets missen als ze er niet meer zou zijn ? De wereldvoedselproductie en de productie van grondstoffen realiseren we volledig in kunstmatig beheer, en de beleving van de natuur zoals we die kennen wordt geëvenaard of zelfs overtroffen in een zorgvuldig ontwikkelde virtuele omgeving. Zouden we in zo’n toekomstige wereld alsnog iets verliezen of over het hoofd zien ?

[pvc_stats postid="" increase="1" show_views_today="0"]
Responses